Het planten van vruchtbomen
Het planten van bomen
Allereerst het plantgat. Dat mag niet te klein zijn, maar ook weer niet groot en zeker niet te diep. De goede maten zijn 40 x 40 cm oppervlakte en ook 40 cm diep voor jonge bomen. Voor grotere bomen maak dan ook het plantgat groter, de wortels moeten uitgespreid kunnen liggen. In de kuil plaatst u een boompaal, aan de zuidwestkant, in verband met de meest voorkomende windrichting. De paal wel even goed vastslaan.
Klaar in zes stappen
- 1Strooi over de uitgegraven grond en in het plantgat een halve tot hele kilo DCM- groenkalk of een andere vergelijkbare kalk. Dit geldt alleen voor vruchtbomen.
- 2Meng een halve zak DCM Vivimus(bodemverbeteraar) en een flinke handvol DCM Activator met uw eigen grond..
- 3Nu kunnen we de boom in het plantgat plaatsen, ongeveer 10 centimeter van de paal.
- 4Bij het dicht maken van het plantgat de boom telkens iets schudden om zo de grond goed tussen de wortels te krijgen.
- 5Er mag uiteindelijk niet meer dan 1 a 2 centimeter grond boven de bovenste wortels zitten, anders verstikt de boom. De grond licht aantrappen.
- 6Staat de boom goed recht, dan kunt u de boomband vast maken. Breng eventueel ook nog een wildbeschermer aan tegen klein wild.